Huis te Maarn

Landgoed Huis te Maarn is in de periode 1906 tot 1920 ontstaan door grondaankopen van de overgrootouders van de huidige eigenaren, het echtpaar mr. B.W. Blijdenstein en mevrouw A.G. Blijdenstein-van Heek uit Amsterdam.

Zij hebben in 1906 op het hoogste punt van het terrein (39 meter boven NAP) eerst een park en tuin laten aanleggen door de befaamde tuin- en landschapsarchitect P.H. Wattez (1871-1953).

Pas in 1915 werd begonnen met de bouw van het neoclassicistische landhuis, ontworpen door architect J. Stuyt.

Het landgoed draagt dan nog de naam ‘Hampstead Heath’, vernoemd naar de gelijknamige Londense wijk waar de overgrootouders tussen 1896 en 1904 gewoond hebben.

De familie liet de heidevelden rondom het park ontginnen en beplanten met voornamelijk groveden. Na de tweede wereldoorlog werden ook andere boomsoorten aangeplant zodat nu van een afwisselende begroeiing sprake is.

Het gehele landgoed is in 1991 gerangschikt onder de Natuurschoonwet als BV Landgoed Huis te Maarn en sinds 1998 staan het landhuis, het koetshuis en de parkaanleg op de Rijksmonumentenlijst.

Het complex heeft grote historische waarde omdat hier de tuinkunst van een begin 20e eeuwse buitenplaats goed tot uitdrukking komt en vanwege de plek die het geheel inneemt in het oeuvre van de befaamde tuin- en landschapsarchitect Wattez.

Op dit moment bestaat het totale terrein uit ruim 200 hectare, waarvan circa 180 hectare bos, 9 hectare heidevelden en circa 6 hectare parkweide. Het landgoed is vrijwel geheel opengesteld en recreanten zijn welkom op het zeer uitgebreide wandelnetwerk.